Weg bestemd voor (brom) fietsers. Men onderscheidt: a) het vrijliggend fietspad dat hetzij parallel loopt met de hoofdrijbaan en daarvan door een tussenberm wordt gescheiden, hetzij een geheel eigen tracé volgt (soms zelfstandig fietspad genoemd); b) het aanliggend fietspad dat door een zeer smalle voorziening is gescheiden van de hoofdrijbaan dan wel geheel verhoogd langs die hoofdrijbaan is uitgevoerd