het recht om andermans zaak die men als houder onder zich heeft, vast te houden, totdat een vordering m.b.t. de zaak voldaan is, bv.:Dag Koen, Maak je m`n schoen? Ja juffrouw, ik zal`t dadelijk doen! Koen, maak je`m sterk? Ja juffrouw, dat is m`n dagelijks werk! Koen, is m`n schoen al klaar? Ja juffrouw, betaal u maar! Koen, ik heb geen geld ontvangen! Ja juffrouw, dan blijft uw schoen hier hangen! Dag Koen! Dag juffrouw zonder schoen!