vul` kaan, («Latijn), de -woord (mannelijk), vulkanen, berg die lava, rotsblokken e.d. uitspuwt, vuurspuwende berg, genoemd naar de Romeinse god van het vuur, Vulcanus;, leven op een vulkaan, door groot, nog onbekend onheil worden bedreigd;, dansen op een vulkaan, doorgaan met plezierig leven ten tijde van naderend onheil