(«Frans), de -woord, vijzen, Zuid-Nederlands schroef; stelschroef; moer;, een vijs los hebben, niet goed snik zijn;, iem. een vijs opdraaien, iem. iets op de mouw spelden, iets wijsmaken;, de vijzen aanspannen, a) de schroeven aandraaien; b) met meer kracht optreden