ri – tu` eel, («Frans), I, bijvoeglijk naamwoord en bijwoord, de ritus of het rituaal betreffend; volgens de riten: ritueel slachten ;, rituele dans, gezamenlijke bij elkaar behorende bewegingen van het menselijk lichaam als (onderdeel van een) ritueel; bij uitbreiding gewoonten, gebruiken die iets begeleiden;, II, het -woord, rituelen, geheel van riten, ritus