` aan – flui – ting, de -woord (vrouwelijk), aanfluitingen, bespotting; voorwerp van bespotting;, een aanfluiting van het recht, oneerlijke, bevooroordeelde rechtspraak; vertoning die ver achterblijft bij wat men ervan mag verwachten:, dat concert is een aanfluiting ; dat proces was een aanfluiting van het recht