de hydraulische uitrusting die de energie levert om de roerkoning te bewegen, bestaande uit een of meer krachtwerktuigen voor de stuurinrichting met daarbij behorende pijpleidingen en verbindingen in een roerbekrachtiger. De aandrijfsystemen mogen gemeenschappelijke mechanische anderdelen bezitten zoals bij voorbeeld een helmstok, kwadrant en roerkoning of onderdelen met een zelfde bestemming